Les 3 Schizofrenie en Psychose

Psychose en schizofrenie zijn niet hetzelfde, ook al worden de termen soms door mekaar gebruikt.

Schizofrenie is een aandoening die denkprocessen, emoties en gedrag beïnvloedt en een zeer angstaanjagende ervaring kan zijn. Schizofrenie kan psychose veroorzaken of tot symptomen van psychose leiden. Maar: Individuen die psychose ervaren hebben niet noodzakelijkerwijs schizofrenie.

Psychose is een symptoom dat wordt gedefinieerd door de voeling met de werkelijkheid te verliezen. Een periode van psychose is een psychotische episode, beperking tot één periode is mogelijk (in verschil met schizofrenie). Een psychotische episode kan op zichzelf voorkomen of geassocieerd worden met een mentale stoornis (zoals schizofrenie of bipolaire stoornis).

Oorzaken van schizofrenie en psychose

Schizofrenie (en ook bipolaire stoornis) kan een gemeenschappelijke genetische oorzaak hebben.

Hormonen kunnen ook een invloed hebben: Sommige mensen hebben een postpartum psychose na de bevalling. Als gevolg hiervan, en het feit dat de vroege tekenen van psychose vaak het eerst voorkomen bij adolescenten, is er een vermoeden dat hormonale factoren een rol kunnen spelen bij personen met een genetische gevoeligheid.

Veranderingen in de hersenen: Onderzoeken hebben verschillen gevonden in de activiteit van de neurotransmitter dopamine bij mensen die lijden aan psychose.

Slaapgebrek, bepaalde medicijnen (inclusief sedativa en stimuli), het gebruik van medicijnen tegen een medische aandoening zoals dementie kan ook leiden tot symptomen van psychose.

Schizofrenie versus psychose

  • Hallucinaties (gedachtenecho, gedachtewisselingen of terugtrekking, stemmen die de patiënt in de derde persoon becommentariëren of bespreken)
  • Misleidende perceptie en waanideeën Ongeorganiseerde spraak
  • Katatonisch gedrag
  • gedachtestoornissen of negatieve symptomen (minder emotionele uitdrukken)
  • Hallucinaties
  • Waanideeën
  • Agitatie
  • Ongeorganiseerd denken en gedrag
  • Moeite met focussen
  • Minder hygiëne
  • Ongepast of gebrek aan emotionele respons
  • Isoleren

Soorten psychotische aandoeningen

  • Schizoaffectieve aandoening (symptomen kunnen zijn hallucinaties, waanideeën, ongeorganiseerd denken, een depressieve of manische stemming)
  • Schizofreniform-aandoening (symptomen van schizofrenie gedurende een periode korter dan zes maanden)
  • Misleidende aandoening (sterke onveranderlijke overtuigingen in dingen die niet echt of waar zijn, zonder hallucinaties)
  • Korte psychotische wanorde (psychotische symptomen met een plotseling begin, die een maand of minder duren, dit kan beperkt blijven tot één episode)
  • Door stoffen veroorzaakte psychotische stoornis (psychose veroorzaakt door het gebruik van stoffen als cannabis, cocaïne, esctasy en alcohol)
  • Psychotische aandoening als gevolg van een medische aandoening (zoals hersentumoren of beroertes)

Drie fasen van schizofrenie

  • Kan weken tot jaren duren (maar de lengtes van alle fasen kunnen afzonderlijk verschillen, maar ze komen allemaal opeenvolgend voor)
  • Symptomen ontwikkelen zich geleidelijk
  • Symptomen impliceren typisch interesseverlies in activiteiten, sociale terugtrekking, concentratie
  • De symptomen zijn afgenomen, maar het individu kan zich teruggetrokken voelen en moeite hebben zich te concentreren

  • Geen duidelijke symptomen, maar ze kunnen zich gedurende het leven van een persoon met schizofrenie voordoen

Behandelmogelijkheden van schizofrenie en psychose

Omdat de ervaringen met schizofrenie individueel variëren, is er variatie in de behandeling. Behandeling kan psychose beheersen of voorkomen, maar er is geen behandeling voor schizofrenie. Behandelingen kunnen echter de symptomen verbeteren of tot een langere periode zonder symptomen leiden.

  • Antipsychotische medicatie
  • Psychotherapie
  • Kunst en creatieve therapieën
  • Familie interventie

Schizofrenie en psychose gaan gepaard met een hoger risico op zelfmoord.

  1. Probeer uzelf te informeren over de ziekte (diagnose, oorzaken, behandelmogelijkheden, enz.).
  2. Wees realistisch, professionele hulp is noodzakelijk. U kunt de persoon steunen, maar u kunt hen niet genezen.
  3. Keer je niet af, zelfs als je het moeilijk vindt om situaties te verdragen als gevolg van de ziekte.
  4. Probeer zoveel mogelijk door te gaan met je normale leven. Offer relaties, werk, vrije tijd niet op aan de ziekte.
  5. Praat openlijk en eerlijk met de getroffen persoon, laat hem of haar uw gevoelens kennen, zelfs als ze niet positief zijn. Gevoelens als woede, wrok, angst, zorg, het gevoel van afwijzing maken ook deel uit van jou en je relatie. Maar maak er geen beschuldiging van.
  6. Neem het gedrag van de persoon niet persoonlijk. Zij trekt zich niet terug omdat u niet aantrekkelijk, aardig, …. bent
  7. Krijg ook hulp zelf: Van familie en vrienden maar ook van professionele hulpverleners en adviescentra. U kunt ook contact opnemen met uw arts.
  8. U bent beiden getroffen. Samen zijn jullie bondgenoten in de behandeling van de ziekte.